MOTIE VAN HET LID BECKER C.S.
Voorgesteld 4 april 2018 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat werknemers die in Afrikaanse landen promotiewerk voor Heineken verrichten, geconfronteerd zijn met ongewenste intimiteiten, misbruik of zelfs prostitutie;
overwegende dat dit risico ook bij andere Nederlandse internationaal opererende bedrijven bestaat, zeker indien zij bepaalde werkzaamheden lokaal uitbesteden en beperkt controle hebben over de arbeidsomstandigheden;
overwegende dat samenwerking tussen het Nederlandse bedrijfsleven en lokale bedrijven in Afrikaanse landen wenselijk is en in het kader van de hulp- en handelsagenda financieel ondersteund wordt;
overwegende dat hierbij meer aandacht nodig is voor integriteit en het actief voorkomen van misstanden, en het bedrijfsleven dit een plek wil geven in imvo-convenanten;
verzoekt de regering, bij de evaluatie van de imvo-convenanten expliciet te rapporteren over de gemaakte afspraken over integriteit en het actief tegengaan van misstanden op de werkvloer;
verzoekt de regering tevens, de subsidiekaders voor middelen ten behoeve van het bedrijfsleven tegen het licht te houden en zo nodig en waar mogelijk aan te scherpen zodat geld kan worden teruggevorderd als een bedrijf onvoldoende doet om misstanden aan te pakken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Becker
Amhaouch
Alkaya
Voordewind
Bouali
Van den Hul