Schriftelijke vragen van het lid Becker (VVD) aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over een door Oxfam Novib en een Hamas-activist georganiseerde workshop.
Vraag 1
Klopt het dat de heer Abou Amin Rashed, van wie het kabinet eerder verklaarde dat hij betrokken was bij organisaties die fondsen wierven voor Hamas (1), en volgens andere bronnen zelfs behoort tot de Europese top van Hamas (2), blijkens een Facebookbericht van 16 april 2018 (3), in samenwerking met Oxfam Novib een workshop heeft georganiseerd? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
Vraag 2
Kunt u nagaan wie het initiatief heeft genomen voor deze activiteit? Heeft Oxfam Novib de heer Rashed uitgenodigd, of is Oxfam Novib betrokken bij een activiteit waartoe de heer Rashed het initiatief heeft genomen?
Vraag 3
Klopt de bewering van de heer Rashed dat bij deze workshop afgevaardigden van de Nederlandse regering aanwezig waren? Zo ja, wie? En met welk doel?
Vraag 4
Heeft de Nederlandse regering direct of indirect financieel of logistiek bijgedragen aan deze workshop, of aan het project waar deze workshop deel van uitmaakte?
Vraag 5
Hoeveel geld ontvangt Oxfam Novib in 2017 en 2018 direct of indirect van het kabinet, of heeft Oxfam Novib direct of indirect ontvangen ten behoeve van activiteiten die in 2017 en2018 plaatsvinden of reeds plaats hebben gevonden?
Vraag 6
Is dit kabinet, net als het vorige, van mening dat financiële middelen van de overheid niet mogen bijdragen aan het propageren van BDS (Boycott, Divestment and Sanctions), of aan activiteiten die dit propageren, zoals verwoord in de brief d.d. 7 juli 2016 (4), die de Kamer ontving naar aanleiding van de aangenomen motie over het niet financieren van organisaties die via hun doelstellingen of activiteiten een boycot van Israël nastreven of bevorderen (Kamerstuk 23 432, nr. 438)?
(1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 2831
(2) http://nieuws.tpo.nl/2017/02/13/volkskrant-factcheck-mist-feiten-nederlandse-hamas-leider/
(3) https://www.facebook.com/amin.abourashed.33/posts/1397925923687198
(4) Kamerstuk 23 432, nr. 439