Begrotingsbehandeling Buitenlandse Handel en Onwikkelingssamenwerking

Spreektekst begrotingsbehandeling Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 

Voorzitter,

Namens de VVD aan de minister nogmaals van harte welkom in onze commissie en uw eerste grote plenaire debat. Het lijkt snel na uw aantreden, maar ik weet sinds donderdag een beetje hoe het voelt. De eer om namens de VVD het woord te voeren, werd mij toen bekend:) Gelukkig heb ik met mijn voorganger Yezilgoz dit debat kunnen voorbereiden, zoals wij dat altijd al deden vanuit de overtuiging dat hulp en handel hand in hand gaan. En geen beter moment als nieuwe woordvoerder om te beginnen, dan bij de begroting en de bespreking van het regeerakkoord.

Laat ik beginnen met buitenlandse handel. Wat betreft dat onderwerp is er, los van enkele zinnen over de convenanten met het bedrijfsleven, niet zo heel veel opgeschreven, maar dat zie ik maar als een kans voor de Kamer voorzitter:)

Handel

Mijn inbreng begint daarom vandaag met "een ode aan de handel" Handel is de afgelopen jaren jammer genoeg af en toe wat naar de achtergrond van onze debatten en de laatste pagina van de begroting verdwenen, maar mag wat de VVD betreft nooit in de kantlijn van het beleid verdwijnen. Handel verdient prioriteit van deze minister en van de Kamer.

Want voorzitter: we zijn een handelsland en verdienen een groot deel van ons nationaal inkomen ermee. Het afgelopen jaar maar liefst 32 cent van elke euro. 2,2 miljoen banen zijn ermee verbonden. Onze innovatieve medische apparaten, energieoplossingen, voedselverbeteringen, slimme toepassingen in steden en ga zo maar door: ze zijn niet alleen producten waar wij in NL van profiteren, ze zijn ons verdienmodel in de wereld. Nederlandse hoogstaande producten en innovaties leveren ons welvaart op, en de financiële middelen om de welvaartsstaat te kunnen financieren. En tegelijkertijd maken ze de wereld een stukje beter.

Dat klinkt allemaal mooi, maar is niet vanzelfsprekend. Willen we onze handelspositie zo houden, en liever nog, versterken, dan is er werk aan de winkel! Dat zeg ik niet alleen, het Nederlandse bedrijfsleven vraagt daar ook om. In het adviesrapport Team Nederland formuleerden ze het doel om in 2030 40% van het nationaal inkomen met handel te verdienen. De politiek moet daarin wat de VVD betreft een ambitieuze partner zijn. Is de minister dat met ons eens?

De VVD daagt de minister uit te komen met een pro-actieve handelsagenda, die recht doet aan het belang van het Nederlandse bedrijfsleven. Is de minister daartoe bereid? En IS zij ook bereid daarin de ideeën mee te nemen die het bedrijfsleven zelf heeft aangereikt in een rondetafelgesprek dat de VVD hierover in de Kamer heeft geinitieerd? Ik overweeg op dit punt een motie.

Om de minister extra aan te sporen en te inspireren voor een handelsagenda noem ik kort vijf van de wensen van bedrijven.

-Ten eerste: Het mkb maakt te weinig gebruik van ondersteunende regelingen voor export. Vaak omdat ze die onvoldoende kennen en/of toegankelijk vinden. Is de minister bereid de benutting van instrumenten als het Dutch Trade en Investment Fund en het Dutch Good growth fund te verbeteren, ook op basis van de evaluatie van het derde spoor van het Dggf?

-Ten tweede: kredietverstrekking: de rol van de banken is veranderd . Vroeger waren er veel actieve banken die kapitaal beschikbaar wilden stellen voor exportactiviteiten en projecten in het buitenland. Nu willen banken wel adviseren, maar lang niet altijd financieren. Bedrijven suggereerden de mogelijkheid van meer garantstellingen via Invest NL, maar ook het idee van Qredits (kleine kredieten voor kleine ondernemers) voor de export werd geopperd. Hoe wil de minister de financieringsmogelijkheden verbeteren?

-Dan ten derde de benodigde kennis voor handel: Bedrijven, en met name het MKB, hebben soms onvoldoende expertise in huis om markten te verkennen of een vergunning traject te doorgronden. . En websites en handboeken van de overheid bieden niet altijd duidelijkheid. Een recent voorbeeld hiervan is de ondoorgrondelijke regelgeving voor export naar Rusland., waarover ik Kamervragen stelde. Wat gaat de minister doen om de informatie richting ondernemers, en met name het mkb te verbeteren?

-Ten vierde: bedrijven hielden een pleidooi voor een meer gefocuste landelijke strategie: momenteel gaan veel regio’s zelf op missie en ontwikkelen een internationaliseringstrategie. Is de minister het met de VVD eens dat de rijksoverheid daar meer lijn in zou kunnen brengen?

-Tot slot ten vijfde: het belang van het beter benutten van handelsakkoorden. Het kabinet heeft al enkele acties in gang gezet nadat ik heb gevraagd ondernemers meer te informeren en te laten profiteren van handelsakkoorden. Er is bijvoorbeeld een meldpunt handelsbelemmeringen en een app ontwikkeld. Hoe blijft zij hier op inzetten en dit monitoren?

Ik hoop dat de minister kort op de punten wil ingaan, maar vooral dat zij er in een pro-actieve agenda mee aan de slag gaat. Ik overweeg hierop een motie. Andere onderwerpen die natuurlijk ook in zo’n agenda passen zijn het beschermen van vrijhandel in de wereld, de omgang met de Brexit en het handelsdefensief instrumentarium. Maar omwille van de tijd kom ik op deze punten nu niet met een wensenlijstje;)

Ontwikkelingssamenwerking

We moeten het namelijk ook nog over OS hebben voorzitter, ook voor de VVD een belangrijk onderwerp. Want in tegenstelling tot wat soms gedacht wordt zijn wij niet tegen hulp. Integendeel, wij zijn voor hulp. Wij nemen verantwoordelijkheid die verder reikt dan onze landsgrenzen.. Bijvoorbeeld door goede Hollandse diplomatie van real-politiek. Door de inzet van onze krijgsmacht waar dat nodig is. Door via onze goede contacten, vaak met handel als eerste voet tussen de deur, stap voor stap bij te dragen aan verbeteringen in de wereld, aan het voorkomen van conflicten en helpen aan het oplossen ervan. En waar sprake is van acute noodsituaties moet er noodhulp zijn. En bij heftige, bloedige conflicten waar mensen vluchten voor oorlog en geweld zoals in Syrië moet er goede opvang zijn, bij voorkeur in de regio.

Door hulp te bieden krijgen mensen in moeilijke situaties weer perspectief op een veilig en zelfredzaam bestaan. Door hulp te bieden voorkomen we dat mensen hun eigen land willen verlaten voor een beter leven, met onhoudbare migratiestromen tot gevolg.

Dus nee, de VVD is niet tegen hulp. Maar we willen wel steeds kijken of die dit effectief is en goed terecht komt. En laten we niet vergeten:, we zijn als NL de 7e donor op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, met 5,6 miljard naar OS in 2018.En de VVD wil ervoor zorgen dat dit goed besteed wordt. Het is en moet meer zijn dan een verzameling goede bedoelingen.

Het moet mensen daadwerkelijk in staat stellen hun eigen leven en de welvaart in hun land zelf te verbeteren. Als het perspectief in arme landen niet verbetert, blijven mensen een afhankelijk bestaan leiden. Dan zullen zij de gevaarlijke oversteek blijven wagen voor een beter leven in Europa.

In het regeerakkoord is daarom terecht afgesproken dat het kabinet de begroting voor OS aanpast zodat de grondoorzaken van armoede, migratie, terreur en klimaatverandering bestreden worden. Het akkoord richt zich op hulp die echt werkt en oog heeft voor economische kansen, en op goede opvang in de regio. Ook is er terecht een focus op landen waar Nederland van echte meerwaarde kan zijn en die van grote invloed zijn op de veiligheid en stabiliteit in de ring rond Europa. Aanvullende uitgaven dienen zich te richten op de oorzaken en gevolgen van migratie, waaronder opvang in de regio.

De minister is begonnen met de uitvoering door een eerste nota van wijziging met 190 miljoen voor noodhulp en opvang in de regio. Wanneer kan de minister de concrete voorgestelde besteding per

doel en organisatie naar de Kamer sturen? Lukt dit nog voor 1 december, zodat de kamer zich hier nog over kan buigen? En wanneer ontvangt de Kamer een voorstel voor de besteding van de overige regeerakkoordmiddelen?

Ik zal op de concrete besteding nu verder niet vooruitlopen, maar heb wel alvast 1 vraag over het onderwerp noodhulp en de mate waarin de bijdrage van Nederland uit de pas loopt met die van andere landen. En dan heb ik het specifiek over het mechanisme binnen de VN om gezamenlijk bij humanitaire noodsituaties in de wereld snel te kunnen optreden, het CERF.(Central emergency reaction fund)

Nederland gaf hieraan in 2017 ruim 71 miljoen op een budget van 447 miljoen. Daarmee staan we als klein landje mondiaal op een tweede positie. Terwijl landen als China en Rusland ,maar ook ons buurland België daar (met bijvoorbeeld 6 ton) nog geen fractie aan bijdragen. Gevolg is dat de pot snel leeg is en bij verschillende acute situaties met de pet wordt rond gegaan en Nederland opnieuw braaf extra betaalt. De VVD wil de minister vragen haar invloed in VN gremia te gebruiken om andere landen aan te sporen ook hun verantwoordelijkheid op zich te nemen en het noodfonds van de VN beter te kapitaliseren. Zodat Nederland hier niet voorop loopt en de gaten moet dichten die anderen laten vallen. Is zij hiertoe bereid?

Voorzitter ik zei zojuist dat ik niet vooruit wil lopen op de concrete invulling van de regeerakkoordmiddelen; de minister moet immers zelf nog met plannen komen. Maar ik zou haar wel willen vragen hoe zij zal omgaan met een aantal belangrijke ijkpunten voor de VVD.

Is de minister bij de voorgestelde verdeling van OS middelen steeds kritisch te kijken naar wat de definitie van goed beleid is, bijvoorbeeld wat goede opvang in de regio is? Het lijkt ons verstandig eerst goed te bekijken wat er nu al gebeurt, en wat hier het effect van is om te kunnen bepalen welke intensivering werkelijk bijdraagt aan goede opvang in de regio. Is de minister dat met ons eens?

En hoe gaat de minister het effect meten van haar beleid in brede zin? Komt zij met nieuwe indicatoren die de kamer meer inzicht geven in het effect van OS-beleid? En is zij bereid ook steeds te kijken naar een horizon van haar beleid? Hoe zorgen we ervoor dat eenmaal begrote middelen geen jarenlang automatisme zijn? Ik vraag dit allemaal voorzitter, omdat ook de Algemene Rekenkamer onlangs concludeerde dat beleidsconclusies op het gebied van OS regelmatig ontbreken. Hoe gaat deze minister dat verbeteren en ervoor zorgen dat we echte keuzes kunnen maken, ook in wat niet werkt?

En hoe zorgt de minister ervoor dat OS-middelen niet alleen het gewenste effect hebben, maar ook waar nodig aan voorwaarden worden verbonden? De VVD vindt bijvoorbeeld dat bij geld voor derdelanden ook afspraken horen voor wat betreft opvang (asielzoekers) en terugkeer (uitgeprocedeerde- asielzoekers). En wij zien graag concrete plannen en verantwoording. Hoe gaat de minister dit doen?

Dan nog over het landenbeleid: de keuze voor de nieuwe focuslanden is goed. Jordanie, Libanon en Irak, met name de eerste twee, zijn zeer belangrijk ihkv opvang in de regio en beheersbaar houden migratiestromen en onze inzet is daar het meest effectief. Het kabinet beziet nog welke Afrikaanse en andere landen als focuslanden worden toegevoegd en waarmee de OS-relatie wordt beëindigd.

Hoe gaat de minister dit aanpakken? De VVD heeft behoefte aan een strakke analyse van de reeds aanwezige hulp in de focuslanden en vervolgens aan plannen hoe Nederlandse intensiveringen echt gaan bijdragen aan perspectief voor mensen daar. Is de minister bereid dit te doen en wanneer kan de kamer een verdere uitwerking van de focuslanden tegemoet zien?

Voorzitter, tot slot: ontwikkelingsbeleid valt niet los te zien van ander buitenlandbeleid:. Om effectief de grondoorzaken van migratie, armoede, terreur en klimaatverandering aan te pakken, is de samenwerking met de staatssecretaris voor immigratie, met de minister van buitenlandse zaken, met de minister van defensie en de minister van economische zaken en klimaat cruciaal. Hoe is de minister van plan deze integraliteit met haar collega’s vorm te geven? Hoe gaat zij bijvoorbeeld haar rol op het gebied van ODA-middelen klimaatbeleid invullen? Hoe zal dit zichtbaar worden in de beleidsplannen, effectmetingen en evaluaties?

Wij kijken uit naar de antwoorden en een vruchtbare samenwerking en een pro-actieve inzet van deze minister, op hulp, én op handel!