Spreektekst Lerarentekort basisonderwijs
Voorzitter,
Als docent wil je kunnen doen waar je passie ligt; lesgeven. Maar teveel docenten ervaren dat ze daar te weinig aan toekomen. Omdat ze om komen in papierwerk, vergaderingen, en steeds meer extra taken. Ik sprak laatst een docent die zei dat hij minstens net zoveel werk heeft als een CEO in het bedrijfsleven. Als hij ’s avonds thuiskomt begint het nakijken, het voorbereiden van de lessen. Het werk stopt nooit.
Ik begrijp goed dat het frustrerend is als je als docent zo hard werkt terwijl je het gevoel hebt dat er weinig mogelijkheden en waardering tegenover staan. Dat je wel een extra opleiding zou willen volgen, maar niet weet waar je de tijd vandaan haalt. Dat je je bovendien afvraagt wat het oplevert: carrière maken voor de klas is lastig. Velen die carrière willen maken in het onderwijs gaan voor de klas weg en worden directeur of manager. En dat is doodzonde.
Voorzitter, het is niet overal zo gesteld in het onderwijs. Er zijn ook leraren die minder werkdruk ervaren. Die in een professionele omgeving mee mogen denken met het kwaliteitsplan van de school en een strategie om werkdruk terug te dringen. Die regelmatig een functioneringsgesprek hebben. en van hun schoolleider en bestuur ruimte krijgen voor persoonlijke ontwikkeling.
Maar voorzitter, het algemene beeld is een andere: dat is die van de leraar die gebukt gaat onder werkdruk en geen kant op kan. Het is dan ook niet vreemd dat jonge mensen die overwegen voor het onderwijs te kiezen, daarover nog een keer nadenken.
Voorzitter, de instroom in de Pabo is de laatste jaren bijna gehalveerd. En van de studenten die beginnen, stoppen er teveel in hun eerste jaren van de opleiding of werkervaring. Met de snel uitstromende groep oudere leraren, en de toename van leerlingen vanaf 2020 ontstaat daarmee een groot probleem. Tekorten tot 10.000 FTE in 2025. En dat kunnen we ons in het belang van kinderen niet permitteren.
In sommige regio’s en in de Randstad zijn de tekorten nu al voelbaar bij vervangingsproblemen. Noodgrepen als ouders voor de klas, of bonussen om docenten aan te trekken, zijn creatief, maar geen structurele oplossing voor het lerarentekort.
Wat er dan wel moet gebeuren?
Als je aan studiekiezers vraagt wat hun belangrijkste reden is om niet voor het lerarenvak te kiezen dan is het antwoord: het gebrek aan carrièreperspectief. Dat is niet op te lossen met iedereen een beetje geld erbij, dat is na jaren van investeringen in zaken als Actieplan Leerkracht en Loonakkoorden wel gebleken. Het is ook niet op te lossen met lagere instroomeisen op de Pabo, integendeel.
De oplossing zit in het fundamenteel aantrekkelijker maken van het vak van basisschoolleraar.. De VVD wil voor alle leraren een professionele, uitdagende werkomgeving, waarin zij carrière kunnen maken voor de klas.
Randvoorwaarden zijn een goede opleiding, betere begeleiding in de eerste jaren, en een gedegen aanpak van regeldruk en werkdruk. Maar vervolgens moet je als leraar kunnen groeien en mogelijkheden hebben om door kolommen heen te breken.
De VVD pleit al een aantal jaar voor meer carrierepaden voor leraren. Mijn collega Duisenberg vroeg aan de staatssecretaris om het loongebouw in het onderwijs onder de loep te nemen. Waarom zou een docent in het VO niet ook in het PO kunnen gaan werken? Waarom zijn salarissen in PO en VO verschillend? En hoe zorgen we ervoor dat docenten die sector overstijgend willen werken, die willen groeien, die willen specialiseren, dat ook kunnen doen?
De staatssecretaris heeft een onderzoek toegezegd naar meer carrierepaden in het onderwijs. Hij zei de VVD bovendien toe hierover met sociale partners om tafel te gaan om concrete stappen te kunnen zetten.. Kunnen wij de uitkomsten hiervan nog steeds na de zomer verwachten?
De sleutel ligt ook op scholen zelf. Leraren verdienen een uitdagende en professionele werkomgeving,, waarbinnen ze eigenaar zijn van hun vak en hun carrière. Deelt de staatssecretaris ons beeld dat nog te weinig basisscholen geregeld een functioneringsgesprek voeren met hun leraren? Weet hij hoeveel scholen een professionele cultuur hebben, waarin zij samen met de leraar een carrierepad uitstippelen met doelen en mogelijkheden om verder te komen? Hoe kan en gaat hij alle scholen stimuleren dit te doen?
En welke rol spelen schoolbesturen in de verdeling van de extra middelen die de afgelopen jaren voor versterking van de functiemix zijn geïnvesteerd? De bedoeling was dat meer leraren in een hogere schaal zouden kunnen worden beloond, maar met name in het basisonderwijs is het geld daar niet voor gebruikt. Hoe kijkt de staatssecretaris daar tegenaan? Kunnen we in de toekomst geen eisen stellen aan de besteding van dit soort middelen in de lumpsum?
Voorzitter, naast een uitdagende en professionele werkomgeving en carrièremogelijkheden vergroten moeten en kunnen we nog meer doen, om het lerarentekort terug te dringen.. Bijvoorbeeld de zij-instroom makkelijker maken en mensen met een bevoegdheid stimuleren weer voor de klas te gaan staan. Het kabinet doet dit met de Lerarenagenda en een Actieplan Lerarentekort. Dat is een goede zaak. Wel vraagt de VVD het kabinet of de maatregelen hun doel gaan bereiken?. Heeft het kabinet berekend of de aanpak Lerarentekort ervoor zorgt dat het lerarentekort in 2020 daadwerkelijk niet 4000 FTE, maar 0 is? En liggen we in dat opzicht op schema? Hoeveel extra studiekiezers en zij-instromers hebben inmiddels al voor het onderwijs gekozen dankzij de lerarenagenda en actieplan lerarentekort? Welke regio’s zijn het meest zorgelijk en hoe gaat het met de aanpak daar?
En tot slot: hoe kunnen we de ingezette instrumenten beter benutten? Bijvoorbeeld de lerarenbeurs die is al jaren onderbenut. Is de staatssecretaris bereid deze ook open te stellen voor zij-instromers?